Bijlage III Verplichte indicatoren
| |||||||||
Indicator | Omschrijving | eenheid | periode | Stein | Limburg | ||||
Programma I Een samenleving met sociale vitale kernen | |||||||||
Ontmoetingsplekken | |||||||||
Niet sporters | Percentage niet-wekelijks sporters | % | 2012 | 50,7 | 50,1 | ||||
Jong en Oud | |||||||||
Absoluut verzuim | Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school. | per 1.000 inw. 5-18 jr | 2016 | 7,07 | 1,58 | ||||
Relatief verzuim | Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is | per 1.000 inw. 5-18 jr | 2016 | 12,3 | 19,55 | ||||
Vroegtijdig schoolverlaters (zonder startkwalificatie; vsv-ers) | Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. | % deelnemers aan het VO en MBO Onderwijs | 2014 | 1,3 | 1,9 | ||||
Jongeren met een delict voor de rechter | Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. | % | 2015 | 1,3 | 1,24 | ||||
Kinderen in uitkeringsgezin | Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. | % van alle jongeren tot 18 jaar | 2015 | 3,1 | 6,74 | ||||
Jongeren met jeugdhulp | Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar. | % van alle jongeren tot 18 jaar | 2016 | 11,5 | 12,7 | ||||
Jongeren met jeugdbescherming | Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. | % van alle jongeren tot 18 jaar | 2016 | 1 | 1,6 | ||||
Jongeren met jeugdreclassering | Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). | % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar | 2016 | 0,4 | 0,6 | ||||
Cliënten met een maatwerkarrange-ment WMO | Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo | Aantal per 10.000 inwoners | 2016 | NB | 74 | ||||
Programma II Een gemeente met een aantrekkelijke woon- en leefomgeving | |||||||||
Woon/werkmilieu's | |||||||||
Niet gebouwde woningen | Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen. | Aantal per 1.000 woningen | 2014 | 3,4 | 4,2 | ||||
Demografische druk | De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. | % | 2017 | 76,7 | 70,6 | ||||
Omgevingskwaliteit | |||||||||
Verwijzingen Halt | Verwijzingen naar Buro Halt | Aantal per 10.000 jongeren | 2016 | 100,1 | 124,7 | ||||
Harde kern jongeren | Het aantal harde kern jongeren, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-24 jaar. | Aantal per 10.000 jongeren | 2014 | 2,1 | 1,4 | ||||
Winkeldiefstallen | Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners | Aantal per 1.000 inwoners | 2016 | 0,4 | 2,1 | ||||
Geweldmisdrijven | Het aantal geweldmisdrijven per 1.000 inwoners | Aantal per 1.000 inwoners | 2016 | 3,4 | 5 | ||||
Diefstallen uit woning | Het aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners | Aantal per 1.000 inwoners | 2016 | 4,2 | 3,7 | ||||
Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) | Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners. | Aantal per 1.000 inwoners | 2016 | 4,2 | 5,6 | ||||
Ziekenhuisopname na verkeersongeval met een motorvoertuig | als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. | % | 2015 | 5 | 7 | ||||
Overige verkeersongevallen met een gewonde fietser | als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. | % | 2015 | 7 | 9 | ||||
Omvang huishoudelijk restafval | Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. | Kg/inwoner | 2015 | 131 | 138 | ||||
Hernieuwbare elektriciteit | Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. | % | 2014 | 3,7 | 5,3 | ||||
Programma III Een bereikbare en bedrijvige gemeente | |||||||||
Lokale economie | |||||||||
Netto arbeidsparticipatie | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. | % van de werkzame bevolking ten opzichte van de beroepsbe-volking CBS | 2016 | 63,2 | 63,2 | ||||
Achterstands-leerlingen | Het percentage leerlingen (4-12 jaar) in het primair onderwijs dat kans heeft op een leerachterstand. | % 4 t/m 12 jarigen | 2012 | 6,48 | 11,37 | ||||
Werkloze jongeren | Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar). | % 16 t/m 22 jarigen | 2015 | 1,15 | 1,23 | ||||
Lopende re-integratievoor- | Het aantal reintegratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar | Aantal per 10.000 inwoners van 15 - 64 jaar | 2016 | 12,1 | 26,3 | ||||
zieningen | |||||||||
Banen | Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 - 64 jaar | 2016 | 542,2 | 706,8 | ||||
Personen met een bijstandsuitkering | Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 1.000 inwoners. | Aantal per 10.000 inwoners | 2016 | 20,1 | 39,2 | ||||
Vrijetijds economie | |||||||||
Functiemenging | De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. | % | 2016 | 42,4 | 49,4 | ||||
Vrijetijds economie | |||||||||
Bruto Gemeentelijk Product | Bruto gemeentelijk product (BGP) is het product van de toegevoegde waarde per baan en het aantal banen in een gemeente. De verhoudingswaarde tussen verwacht BGP en gemeten BGP geeft aan of er boven verwachting (<100) of beneden verwachting (>100) wordt geproduceerd. | Index | 2013 | 92 | 98 | ||||
Vestigingen (van bedrijven) | Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar | 2016 | 115,3 | 126,3 | ||||
Programma V Trots en bewust van haar eigen kwaliteit | |||||||||
Daadkracht en bestuurskracht | |||||||||
Formatie | FTE per 1.000 inwoners | 2017 | 5,58 | ||||||
Bezetting | FTE per 1.000 inwoners | 2017 | 5,58 | ||||||
Apparaatskosten | Kosten per inwoner | 2017 | € 285.81 | ||||||
Externe inhuur | kosten als % v.d. totale loonsom - kosten totale inhuur externen | 2018 | 3,4% | ||||||
Paragraaf Lokale heffingen | |||||||||
Gemiddelde WOZ waarde | De gemiddelde WOZ waarde van woningen. | Duizend euro | 2016 | 178 | 179 | ||||
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuis-houden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. | In euro’s | 2017 | 691 | 666 | ||||
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuis-houden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. | In euro’s | 2017 | 782 | 745 |